Huisdier thuis
Bevers zijn herbivore knaagdieren en hun dieet bestaat voornamelijk uit plantaardige materialen. Het zijn bekwame boomteksters en voedergewassen op 樹皮, twijgen, bladeren en knoppen van verschillende boomsoorten. Dit is hoe bevers meestal hun eten krijgen:
1. Boomknippen:
- Beavers staan bekend om hun opmerkelijke bomen. Ze gebruiken hun scherpe, beitelachtige voortanden (snijtanden) om bomen en takken af te knagen.
- Ze selecteren meestal bomen en takken die zich in de buurt van hun lodges of dammen bevinden, waardoor het gemakkelijker is om het hout te vervoeren.
- Beavers hebben een voorkeur voor bepaalde boomsoorten, zoals Aspen, Birch, Cottonwood, Willow en Maple, vanwege hun zachtere schors en voedzame binnenweefsels.
2. Voeden met schors en twijgen:
- Na het afsnijden van bomen en takken consumeren bevers de schors, die rijk is aan voedingsstoffen zoals cellulose en koolhydraten.
- Ze voeden zich ook met de twijgen en kleinere takken, die hen voorzien van essentiële vitamines en mineralen.
3. Acquatic Plants:
- Naast bomen en struiken voeden bevers zich ook met waterplanten die in en rond hun habitats groeien, zoals cattails, waterlelies en pondweeds.
- Deze planten bieden hen een divers scala aan voedingsstoffen en helpen hun dieet aan te vullen.
4. Opslag van voedsel:
- Beavers vertonen een uniek gedrag van het opslaan van voedsel voor latere consumptie. Ze creëren onderwatercaches of "voedselpalen" door takken en stammen in diep water in de buurt van hun lodges onder te dompelen.
- Dit gedrag helpt hen om een direct beschikbare voedselvoorziening te hebben tijdens de wintermaanden of periodes waarin voedsel schaars is.
5. Voedingsaanpassingen:
- Beavers hebben gespecialiseerde spijsverteringssystemen waarmee ze voedingsstoffen die ze consumeren efficiënt kunnen verwerken en extraheren.
- Hun spijsverteringskanaal bevat bacteriën die helpen bij het afbreken van de cellulose en andere complexe verbindingen die worden gevonden in 树皮 en houtachtige planten.
Over het algemeen zijn bevers vindingrijke herbivoren die afhankelijk zijn van hun boomsnijvaardigheden en aanpassingsvermogen om hun voedsel uit verschillende plantenbronnen in hun waterhabitats te verkrijgen.