Huisdier thuis
Hoewel veel Australische woestijndieren aan bladeren of schors kunnen knabbelen, eten weinigen echt bomen als hun primaire voedselbron.
Dit is waarom:
* Beperkte bronnen: Woestijnen zijn harde omgevingen met schaarse vegetatie. Dieren hebben aangepast om te eten wat er beschikbaar is, vaak gericht op zaden, grassen, insecten en andere kleine wezens.
* boomsoorten: Veel woestijnbomen zijn taai en zijn geëvolueerd om resistent te zijn tegen grazen. Ze hebben vaak doornen, stoere bladeren of bitter smakende sap.
Sommige dieren * hebben echter * een voedingsrelatie met bomen:
* kangaroos: Sommige kangoeroe -soorten kunnen knabbelen aan bladeren en schors, vooral in tijden van droogte wanneer andere voedselbronnen schaars zijn.
* goannas: Monitor hagedissen, net als de penentie, zijn opportunistische feeders en kunnen af en toe bladeren of schors eten, maar ze vertrouwen voornamelijk op insecten, reptielen en kleine zoogdieren.
* vogels: Vogels zoals papegaaien en kaketoes kunnen zaden en fruit uit woestijnbomen eten, maar ze consumeren het hout zelf meestal niet.
Grotere herbivoren: Hoewel je geen olifanten of giraffen in de Australische woestijn zult vinden, staan deze grotere herbivoren bekend om het eten van bomen in andere delen van de wereld. Hun afwezigheid in Australië is te wijten aan de lange isolatie en unieke evolutionaire geschiedenis van het continent.
Onthoud: Het concept van dieren "bomen" eten is specifieker voor grotere herbivoren met gespecialiseerde spijsverteringssystemen. In de harde Australische woestijn gebruiken dieren eerder de fruit, zaden en bladeren van bomen in plaats van het hout zelf.