Huisdier thuis
Het neolithische tijdperk betekende een significante verschuiving in de menselijke geschiedenis toen mensen overstapten van een levensstijl van jager-verzamelaar naar vaste landbouw. Tijdens deze periode bleef de jacht een cruciale rol spelen bij het verkrijgen van voedsel, maar de gejaagde soorten op dieren gejaagd waren geëvolueerd op basis van de veranderende omgeving en menselijke aanpassingen. Hier zijn enkele van de dieren die gewoonlijk worden gejaagd tijdens het neolithische tijdperk:
1. herten :Zoals herbivoren gevonden in verschillende habitats, werden hertensoorten zoals Red Deer, Roe Deer en braakliggende herten op grote schaal gejaagd voor hun vlees, huid en gewei.
2. Wild Boar :Wilde zwijnen waren overvloedig in bossen en zorgden voor een substantiële bron van vlees. Hun slagtanden waren ook waardevol voor het knutselen en wapens.
3. Elk and Moose :Deze grote ungulaten werden in beboste regio's gejaagd en zorgden voor een aanzienlijke hoeveelheid vlees, verstoping en gewei.
4. Aurochs :Aurochs waren grote wilde vee gevonden in Europa, Azië en Noord -Afrika. Ze werden opgejaagd voor hun vlees, verstopte en hoorns.
5. Bison :Bison zwierf door de graslanden van Noord -Amerika en werd uitgebreid gejaagd door Indiaanse stammen voor hun vlees, verbergen en botten.
6. Wild Horse :Wilde paarden, met name in Eurazië, werden opgejaagd voor hun vlees en verborgen, en sommige culturen domesteerden ze ook voor transport.
7. Geiten en schapen :Gedomesticeerde geiten en schapen werden voornamelijk bewaard voor vlees, melk en wol, maar wilde populaties werden ook in bepaalde regio's gejaagd.
8. konijnen en hazen :Deze kleinere zoogdieren werden opgejaagd voor hun vlees en vacht.
9. Migrerende vogels :Bird Hunting werd beoefend tijdens seizoensgebonden migraties, en watervogels zoals eenden en ganzen waren vaak het doelwit voor hun vlees.
10. vissen :Vissen speelde een belangrijke rol in het neolithische tijdperk en verschillende vissensoorten werden gevangen met behulp van methoden zoals speervissen, netten en vallen.
11. schelpdieren :Kustgemeenschappen verzamelden en jaagden schelpdieren zoals mosselen, mosselen en oesters voor hun voedingswaarde.
Het is belangrijk op te merken dat de specifieke dieren die tijdens het neolithische tijdperk waren gejaagd, varieerden, afhankelijk van regionale omgevingen en culturele praktijken. Domesticatie van dieren verminderde echter geleidelijk de afhankelijkheid van de jacht naarmate de landbouw prominenter werd in neolithische samenlevingen.