Huisdier thuis

#  >> Huisdier thuis >  >> Farm Animals >> Training Farm Animals

Hoe krijgen laboratoria die dierproeven doen de dieren erop?

 

De dieren die bij laboratoriumtests worden gebruikt, zijn afkomstig uit verschillende bronnen, waaronder:

* Commerciële fokkers: Dit zijn bedrijven die gespecialiseerd zijn in het fokken van dieren voor onderzoeksdoeleinden. De dieren zijn doorgaans speciaal gefokt om specifieke kenmerken te hebben die ze geschikt maken voor testen, zoals een bepaalde genetische samenstelling of gevoeligheid voor een specifieke ziekte.

* Dierenasielen: Sommige laboratoria halen dieren uit dierenasielen of reddingsorganisaties. Het kan zijn dat deze dieren in de steek zijn gelaten of zijn overgegeven door hun eigenaren, of dat ze in beslag zijn genomen door de dierencontrole-autoriteiten.

* Onderzoeksinstellingen: Sommige laboratoria onderhouden hun eigen fokkolonies dieren voor onderzoeksdoeleinden. Deze kolonies worden doorgaans gebruikt om dieren te produceren met specifieke genetische kenmerken of om de effecten van langdurige blootstelling aan een bepaalde stof of aandoening te bestuderen.

De aanschaf van dieren voor laboratoriumtests is een zorgvuldig gereguleerd proces en laboratoria moeten zich houden aan strikte richtlijnen en voorschriften om het welzijn van de dieren te garanderen.

Deze regelgeving omvat:

* Het verkrijgen van de benodigde vergunningen en licenties: Laboratoria moeten de juiste vergunningen en licenties verkrijgen van de overheid of regelgevende instanties om dierproeven uit te voeren.

* Ervoor zorgen dat de dieren gezond en goed verzorgd zijn: Proefdieren moeten in schone, comfortabele en veilige omstandigheden worden gehuisvest en moeten worden voorzien van een dieet dat aan hun voedingsbehoeften voldoet. Ze moeten ook toegang krijgen tot diergeneeskundige zorg en moeten regelmatig worden gecontroleerd op tekenen van ziekte of angst.

* Volgens de principes van de 3V's: De 3V’s zijn een reeks principes die het gebruik van dieren bij onderzoek, testen en onderwijs begeleiden. De 3R’s zijn:

- Vervanging: Waar mogelijk moeten dieren worden vervangen door niet-dierlijke alternatieven, zoals celculturen of computermodellen.

- Reductie: Het aantal voor onderzoek gebruikte dieren moet worden teruggebracht tot het minimum dat nodig is om de wetenschappelijke doelstellingen te verwezenlijken.

- Verfijning: De procedures moeten worden aangepast om pijn en angst voor de dieren tot een minimum te beperken.

Copyright Huisdier thuis alle rechten voorbehouden

© nl.xzhbc.com