Huisdier thuis
Om dierenarts te worden, moet men een doctoraat in de diergeneeskunde (DVM) behalen aan een geaccrediteerde hogeschool voor diergeneeskunde. Deze hogescholen maken doorgaans deel uit van universiteiten of instellingen voor landsubsidies en zijn te vinden in de meeste staten en veel andere landen. Om toegelaten te worden tot de veterinaire school, moeten kandidaten doorgaans een bachelordiploma in diergeneeskunde of een gerelateerd vakgebied behalen, inclusief cursussen in biologie, scheikunde, natuurkunde, wiskunde, dierwetenschappen en sociale wetenschappen, samen met ervaring in het werken met dieren. De duur van het DVM-programma varieert doorgaans van vier tot zes jaar, afhankelijk van de instelling, en omvat zowel klassikale als klinische training. Na voltooiing van het programma ontvangen afgestudeerden het DVM-diploma en worden ze erkende dierenartsen. De veterinaire school richt zich op onderwerpen die essentieel zijn voor de veterinaire praktijk, waaronder de anatomie van dieren, fysiologie, voeding, voortplanting, pathologie, microbiologie, farmacologie, chirurgie, interne geneeskunde, radiologie, klinische zorg, volksgezondheid en veterinair bedrijfsbeheer.