Huisdier thuis
Dieren die in de meest noordelijke regio's van de wereld leven, hebben verschillende aanpassingen ontwikkeld om warm te blijven in de ijskoude temperaturen. Sommige van deze aanpassingen omvatten:
dikke vacht of veren: Veel dieren die in het noorden leven, hebben dikke lagen bont of veren om ze te helpen isoleren tegen de kou. Poolberen hebben bijvoorbeeld bont die tot 4 centimeter dik kan zijn, en ze hebben ook een laag vet onder hun huid die helpt om ze warm te houden.
Kleine lichamen: Dieren met kleinere lichamen hebben een hoger oppervlak tot volumeverhouding, wat betekent dat ze sneller warmte verliezen dan grotere dieren. Om dit te compenseren, hebben veel noordelijke dieren gedrongen lichamen die helpen om warmteverlies te minimaliseren. Arctische vossen hebben bijvoorbeeld korte benen en oren, en ze hebben ook een dichte laag bont.
Hibernation: Sommige dieren die in de wintermaanden in het Noord -Hibernate leven. Winterse wijze is een staat van diepe slaap waarin het metabolisme van een dier vertraagt en zijn lichaamstemperatuur daalt. Hierdoor kan het dier energie besparen en overleven op de opgeslagen vetreserves totdat de lente arriveert.
Gedragsaanpassingen: Naast fysieke aanpassingen vertonen sommige dieren die in het noorden wonen ook gedragsaanpassingen die hen helpen warm te blijven. Veel dieren komen bijvoorbeeld samen in groepen in groepen om lichaamswarmte te delen, en sommige dieren bouwen ook nesten of holen in de sneeuw om onderdak te bieden tegen de elementen.
Door deze aanpassingen te combineren, kunnen dieren die in het noorden wonen overleven in enkele van de koudste omgevingen op aarde.