Huisdier thuis
Het verhaal van buideldieren en placentalen die in contact komen, is een fascinerende, vol evolutionaire intriges en concurrentie. Het hangt allemaal af van het concept van continentale drift en de geografische scheiding van deze twee groepen.
Hier is een uitsplitsing van wat er is gebeurd:
* Vroege scheiding: Marsupials en placentalen liepen af van een gemeenschappelijke voorouder rond 160 miljoen jaar geleden (Mya). Op dat moment, het supercontinent pangea brak uit elkaar. Marsupials, afkomstig uit wat nu Noord -Amerika is, werden naar de zuidelijke continenten geduwd (Zuid -Amerika, Antarctica en Australië). Placentals daarentegen bleven in Noord -Amerika en verspreidden zich uiteindelijk naar Eurazië en Afrika.
* eilandhopping: Ongeveer 50-30 MYA, de continenten van Zuid-Amerika en Australië Gescheiden, waardoor buideldieren in deze regio's afzonderlijk achterblijven. Door deze scheiding konden buideldieren afzonderlijk diversifiëren en hun unieke kenmerken ontwikkelen, zoals zakjes voor het grootbrengen van jongeren.
* Botsing en concurrentie: Zuid -Amerika, eenmaal geïsoleerd, kwam uiteindelijk in botsing met Noord -Amerika rond 3 Mya. Dit bracht placentale zoogdieren uit Noord -Amerika in contact met Zuid -Amerikaanse buideldieren. Dit contact leidde tot een fenomeen dat bekend staat als de Great American Interchange , waar een massale soortenuitwisseling tussen de twee continenten plaatsvond. Sommige buideldieren migreerden naar het noorden, terwijl placenta -zoogdieren zich naar het zuiden verspreiden.
* De winnaars: De Great American Interchange had een dramatische impact op beide continenten. Terwijl sommige buideldieren zoals de Opossum in Noord -Amerika zijn gekomen, werden veel Zuid -Amerikaanse buideldieren geconfronteerd met concurrentie van de meer diverse en vaak grotere placentalen. Placentals, die zijn geëvolueerd in een grotere verscheidenheid aan omgevingen, waren vaak beter uitgerust om te concurreren voor bronnen en territorium, wat leidde tot een afname van veel Zuid -Amerikaanse buideldieren.
* voortdurende concurrentie: In Australië stonden buideldieren niet aan dergelijke concurrentie en bleven bloeien en werden de dominante zoogdiergroep in de regio. Door deze isolatie kon ze evolueren naar een opmerkelijk scala aan soorten, van kangaroos en koala's tot wombats en Tasmaanse duivels.
Samenvattend: De interactie tussen buideldieren en placentalen was een complex en competitief verhaal. De scheiding van continenten speelde een sleutelrol bij het vormgeven van de evolutie van beide groepen, en hun daaropvolgende botsing leidde tot een dynamische uitwisseling van soorten die resulteerde in het succes van placentalen in Zuid -Amerika en de opmerkelijke diversiteit van buideldieren in Australië.