Huisdier thuis
Filtervoeders in de oceaan eten een breed scala aan kleine organismen, maar hun dieet hangt grotendeels af van hun grootte en waar ze wonen. Hier is een uitsplitsing:
* plankton: Dit is de belangrijkste voedselbron voor de meeste filtervoeders. Plankton omvat kleine organismen zoals fytoplankton (algen), zoöplankton (kleine dieren) en bacteriën.
* detritus: Dit verwijst naar rottende organische stoffen zoals dode planten en dieren. Veel filtervoeders, vooral die op de zeebodem, vertrouwen op detritus als voedselbron.
* Andere kleine organismen: Afhankelijk van de grootte en het type filter van de filtervoeder kunnen ze ook kleine schaaldieren, larven en zelfs zeer kleine vissen consumeren.
Voorbeelden van filtervoeders en hun diëten:
* Baleenwalvissen: Deze massieve wezens voeden zich met grote hoeveelheden krill, kleine schaaldieren en ander plankton.
* Whaleshark: Deze grootste vis ter wereld is een filtervoeder die voornamelijk plankton eet, inclusief copepoden, krill en vislarven.
* Humpback -walvissen: Deze walvissen voeden zich voornamelijk met krill en andere kleine organismen, met behulp van hun baleenplaten om het water te filteren.
* tweekleppige weekdieren (mosselen, mosselen, oesters): Deze dieren filteren water door hun kieuwen, waarbij ze fytoplankton, zoöplankton en detritus vastleggen.
* Barsakels: Deze kleine schaaldieren hechten zich aan oppervlakken en filteren water door hun gevederde benen en vangen van een klein plankton.
Het is belangrijk op te merken dat sommige filtervoeders heel specifiek kunnen zijn in hun voeding, terwijl anderen opportunistischer zijn. De beschikbaarheid van voedsel speelt ook een rol in wat ze eten.