Huisdier thuis
Hoe de Karankawas jaagden:
De Karankawas, een Indiaanse stam die de Texas Gulf Coast bewoonde, waren bekwame jagers en vissers die vertrouwden op de overvloedige natuurlijke hulpbronnen van hun omgeving voor onderhoud. Hier zijn enkele methoden die ze gebruiken om te jagen:
1. Jagen met bogen en pijlen:
- De Karankawas gebruikten bogen en pijlen als hun primaire jachtwapens.
- Ze maakten hun bogen van duurzaam bos zoals eiken of mesquite, en hun pijlen werden gemaakt van riet of riet met geslepen bot- of vuursteentips.
- Ze waren bekwame boogschutters en konden hun pijlen nauwkeurig schieten vanaf een aanzienlijke afstand.
2. Spearing:
- De Karankawas gebruikten ook speren om zowel op het land als in water te jagen.
- Ze creëerden speren met geslepen bot- of vuursteentips bevestigd aan lange houten schachten.
- Ze zouden vissen in ondiepe wateren speren of ze gebruiken om op dieren op het land te jagen, met name tijdens ontmoetingen in close-range.
3. Vangen en strikken:
- De Karankawas gebruikten vangen en snarende technieken om verschillende dieren te vangen.
- Ze bouwden vallen met rotsen, houtblokken of putten bedekt met camouflage om dieren te vangen zoals konijnen, wasberen en gordeldieren.
- Ze zetten ook strikken op gemaakt van gedraaide plantenvezels of dierlijke pezen om kleinere prooi te vangen, zoals vogels of knaagdieren.
4. Jagen met vuur:
- In bepaalde situaties gebruikten de Karankawas vuur als jachtstrategie.
- Ze zouden gecontroleerde brandwonden instellen om het spel weg te spoelen van dichte vegetatie, waardoor ze gemakkelijker te herkennen en te jagen zijn.
- Deze techniek was vooral effectief voor het jagen op herten, die zou schrikken en uit de vlammen zou lopen.
5. Vissen met netten en haken:
- De Karankawa's waren bekwame vissers en gebruikten verschillende methoden, waaronder netten en haken.
- Ze maakten vissersnetten van plantenvezels en gebruikten ze vaak langs de kust of in ondiep water om vissen, garnalen en andere waterdieren te vangen.
- Ze vormden ook vishooks van bot of schaal, die ze bevestigden aan lijnen gemaakt van plantaardige materialen.
6. Jagen met honden:
- De Karankawas hielden gedomesticeerde honden die hen hielpen bij het jagen.
- Deze honden, bekend als "Karankawa Dogs", werden gebruikt om prooi op te sporen en achtervolgen, waardoor het voor de jagers gemakkelijker hun steengroeve kon vangen.
7. Jagen in kano's:
- De Karankawa's waren bekwame kanovaarden en gebruikten vaak hun kano's voor het jagen in kustwateren.
- Ze peddelen hun kano's in ondiepe gebieden of langs de kustlijn, speervissen of schietende vogels uit hun waterscooter.
8. Gebruikmakend van natuurlijke hulpbronnen:
- De Karankawas hadden uitgebreide kennis van hun omgeving en gebruikten natuurlijke hulpbronnen voor jachtvoordelen.
- Ze zouden bijvoorbeeld op zoek zijn naar verhoogde plekken of jachtzalen creëren om betere uitkijkpunten te krijgen voor het spotten van prooi.
9. Seizoensjacht:
- De Karankawas hebben hun jachtstrategieën aangepast aan verschillende seizoenen.
- Tijdens bepaalde tijden van het jaar zouden ze zich richten op jagen op specifieke dieren die tijdens die periodes overvloediger of gemakkelijker toegankelijk waren.
10. Gemeenschappelijke jacht:
- Jagen was vaak een gemeenschappelijke activiteit voor de Karankawas.
- Groepen jagers zouden samenwerken om grote dieren te volgen en te vangen, waardoor de buit van de jacht tussen de gemeenschap werd gedeeld.