Huisdier thuis
Keizerspinguïns (Aptenodytes forsteri) staan bekend om hun unieke broedgedrag. Ze leggen hun eieren tijdens het koudste deel van de Antarctische winter. De mannetjes dragen en broeden de eieren op hun voeten uit, afgedekt door een broedzak, terwijl de vrouwtjes naar zee gaan om zich te voeden en vet te mesten.
Keizerspinguïns bouwen hun nesten in de vorm van 'huddles', dit zijn dicht opeengepakte groepen individuen die bij elkaar kruipen voor warmte en bescherming tegen het extreme Antarctische weer. Deze groepjes kunnen in grootte variëren van enkele tientallen tot enkele duizenden pinguïns.
Binnen de groepjes creëren keizerspinguïns individuele nesten met behulp van sneeuw en ijs. Ze schrapen een ondiepe holte in de sneeuw en bekleden deze met veren, waardoor ze een ruw maar effectief nest vormen om hun eieren in te bewaren. De nesten hebben doorgaans een diameter van 10 tot 12 inch en slechts enkele centimeters diep.
Het is belangrijk op te merken dat keizerspinguïns de enige pinguïnsoort zijn die hun eieren in de winter leggen. De meeste andere pinguïnsoorten broeden tijdens de warmere zomermaanden.