Huisdier thuis
Je bent dichtbij! Hier is een uitsplitsing van het immuunsysteem:
* gewervelde dieren: Gewervelde dieren (inclusief mensen) hebben beide specifieke en niet -specifieke immuniteit.
* Niet -specifieke immuniteit: Dit is de eerste verdedigingslinie, die onmiddellijk handelt tegen een breed scala aan pathogenen. Het omvat dingen als huid, slijmvliezen, fagocytische cellen en de inflammatoire respons.
* specifieke immuniteit: Dit is een meer gerichte reactie, waarbij lymfocyten (T -cellen en B -cellen) en antilichamen betrokken zijn. Het herinnert zich specifieke ziekteverwekkers en bevat een sterkere, snellere reactie bij herblootstelling.
* ongewervelde dieren: Ongewervelde dieren hebben alleen niet -specifieke immuniteit . Ze missen de gespecialiseerde cellen en complexe mechanismen die worden gevonden in gewervelde specifieke immuniteit. Hun niet -specifieke verdedigingen kunnen echter verrassend effectief zijn.
Voorbeelden van ongewervelde verdedigingen:
* exoskeletten: Zorg voor een fysieke barrière tegen ziekteverwekkers.
* hemocyten: Circulerende cellen met fagocytaire activiteit.
* Antimicrobiële peptiden: Eiwitten die bacteriën en schimmels rechtstreeks doden.
* inkapseling: Insecten kunnen parasieten of pathogenen omringen en isoleren met een laag cellen.
Kortom, terwijl ongewervelde dieren het adaptieve (specifieke) immuunsysteem missen dat in gewervelde dieren wordt gevonden, zijn hun niet -specifieke verdedigingen nog steeds cruciaal om ze tegen ziekten te beschermen.