Huisdier thuis
Disruptieve selectie vindt plaats wanneer extreme fenotypen de voorkeur krijgen boven tussenliggende fenotypes. Dit kan gebeuren als de omgeving snel verandert en de bevolking zich snel moet aanpassen.
Stel je bijvoorbeeld een populatie konijnen voor. De konijnen leven in een bos en hun vacht is bruin. Deze vachtkleur helpt hen zichzelf te camoufleren tegen roofdieren.
Plotseling verandert de omgeving. Het bos is gekapt en de konijnen leven nu in een veld. De bruine vacht is niet meer zo effectief in het camoufleren van de konijnen, en ze beginnen te worden opgepikt door roofdieren.
De konijnen met een vacht die óf heel licht óf heel donker is, zijn degenen die het meest succesvol zijn in het camoufleren van zichzelf. De lichtharige konijnen kunnen opgaan in het gras, en de donkerharige konijnen kunnen opgaan in de bomen. De konijnen met een middelmatige vacht zijn het meest zichtbaar voor roofdieren, en zij zijn ook degenen die het meest waarschijnlijk worden geplukt.
In de loop van de tijd neemt de frequentie van de licht- en donkerharige konijnen in de populatie toe, en de frequentie van de tussenharige konijnen neemt af. Dit is een voorbeeld van disruptieve selectie.