Er zijn verschillende kenmerken die panda's classificeren als zoogdieren. Hier zijn enkele belangrijke kenmerken:
- borstklieren: Zoals alle zoogdieren bezitten panda's borstklieren die melk produceren om hun jongen te voeden. Vrouwelijke panda's hebben gespecialiseerde borstklieren die zich op hun borst bevinden en worden gebruikt om hun welpen te verzorgen.
- Haar: Panda's hebben een dikke laag vacht die hen helpt te overleven in hun koude en bergachtige habitats. Hun vacht biedt isolatie en bescherming tegen zware weersomstandigheden.
- endotherm (warmbloedig): Panda's zijn endotherme dieren, wat betekent dat ze hun eigen lichaamstemperatuur kunnen reguleren. Ze behouden een relatief constante interne lichaamstemperatuur ongeacht de externe omgeving.
- Viviparity (live geboorte): Panda's bevallen om jong te leven. Na een zwangerschapsperiode van ongeveer 95 tot 160 dagen, baart een vrouwelijke panda meestal een enkele welp (of, zelden, tweelingen). De Cubs worden altriciaal geboren, wat betekent dat ze hulpeloos zijn en op hun moeder vertrouwen voor voeding en zorg.
- Nurting gedrag: Panda's vertonen koestend gedrag tegenover hun jongen. Moederpanda's staan bekend als attent en beschermend voor hun welpen. Ze dragen en zorgen voor een langere periode totdat ze onafhankelijk worden.
- Ademhalingssysteem: Panda's hebben een diafragma, een gespecialiseerde spier die de thoracale en buikholtes scheidt. Dit anatomische kenmerk is kenmerkend voor zoogdieren en maakt efficiënte ademhaling mogelijk.
- Tanden en gebit: Panda's hebben gespecialiseerde tanden aangepast voor hun unieke dieet van bamboe. Ze hebben brede kiezen met richels die hen helpen de bamboescheuten en bladeren die ze eten te verpletteren en te malen.
Hoewel panda's enkele unieke aanpassingen hebben die verband houden met hun dieet en levensstijl, bezitten ze verschillende functies die gebruikelijk zijn voor zoogdieren. Deze kenmerken onderscheiden panda's van andere taxonomische groepen en plaatsen ze stevig in het klasse Mammalia.