Huisdier thuis
Het is bekend dat keizerspinguïns (Aptenodytes forsteri) verschillende natuurlijke vijanden hebben die een bedreiging vormen voor hun voortbestaan, vooral tijdens hun broed- en broedseizoen. Hier zijn enkele van hun belangrijkste natuurlijke vijanden:
1. Zeeluipaarden (Hydrurga leptonyx):
- Zeeluipaarden zijn een van de belangrijkste roofdieren van keizerspinguïns.
Het zijn grote en krachtige zeehonden, die net als zij pinguïns kunnen aanvallen en doden
reizen tussen hun broedkolonies en de oceaan.
2. Orka's (Orcinus orka):
- Orka's zijn toproofdieren die in groepen jagen en waarvan bekend is dat ze zich voeden
over keizerspinguïns. Ze zijn bijzonder gevaarlijk als pinguïns
zwemmen in open water van en naar hun broedgebieden.
3. Jagers (Catharacta spp.):
- Jagers, ook wel jagersmeeuwen genoemd, zijn grote roofvogels die op jacht zijn
Eieren en kuikens van keizerspinguïns.
Jagers zijn opportunistische roofdieren die vaak worden gezien in de buurt van keizerspinguïnkolonies.
4. Reuzenstormvogels (Macronectes spp.):
- Reuzenstormvogels zijn andere grote zeevogels die zich voeden met de eieren van keizerspinguïns
kuikens. Ze vormen een bedreiging voor de kwetsbare pinguïnnesten tijdens het broedseizoen.
5. Zuidelijke zeeolifanten (Mirounga leonina):
- Hoewel Southern in de eerste plaats wordt beschouwd als roofdieren van kleinere pinguïnsoorten
In zeldzame gevallen zijn zeeolifanten waargenomen die op keizerspinguïns jaagden.
6. Sneeuwstormvogels (Pagodroma nivea):
- Sneeuwstormvogels, hoewel klein van formaat, kunnen een bedreiging vormen voor de onbewaakte keizer
pinguïneieren of kuikens vanwege hun aaseterkarakter tijdens broedkolonies.
7. IJsberen (Ursus maritimus):
- Hoewel ijsberen voornamelijk op zeehonden jagen op het zee-ijs, is dat wel het geval
Het is bekend dat ze zelden in contact komen met keizerspinguïns en op hen jagen als ze worden gegeven
een kans.
Keizerspinguïns gebruiken verschillende strategieën om zichzelf tegen deze natuurlijke vijanden te beschermen, zoals alert blijven, dicht opeengepakte groepen vormen ter verdediging en hun krachtige zwemvermogen gebruiken om predatie te verminderen. Bovendien kunnen de extreme weersomstandigheden van hun Antarctische habitat de impact van sommige roofdieren tijdens hun broedseizoen beperken.