Huisdier thuis
Tijgers vertrouwen voornamelijk op hun gevoel van zicht en gehoor wanneer ze jagen.
1. Zicht: Tijgers hebben een uitstekend nachtzicht vanwege de aanwezigheid van een laag cellen die het tapetum lucidum achter hun netvlies worden genoemd. Deze laag weerspiegelt licht terug naar het netvlies, waardoor het vermogen van het dier om te zien in omstandigheden met weinig licht verbetert. Tijgers kunnen ook kleuren onderscheiden, hoewel niet zo goed als mensen. Ze hebben dichromatisch zicht, wat betekent dat ze kleuren kunnen waarnemen zoals geel, blauw en grijs, maar ze kunnen geen onderscheid maken tussen rood en groen.
2. Hoorzitting: Tijgers hebben een acuut gehoor, wat hen helpt prooi te vinden en hun omgeving te navigeren. Hun oren worden gevormd op een manier die geluiden versterkt en hen in staat stelt de bron van een ruis nauwkeurig aan te wijzen. Tijgers kunnen de geringste roesters in de bladeren of gras detecteren, waardoor ze verborgen prooi detecteren.
3. Geur: Hoewel niet zo belangrijk als zicht en gehoor, gebruiken Tigers ook hun reukvermogen om prooi en hun omgeving te detecteren. Ze hebben een Jacobson's Organ, een gespecialiseerd orgel in het dak van hun mond, waarmee ze geuren kunnen analyseren en potentiële voedselbronnen kunnen identificeren. Hun reukvermogen is echter niet zo goed ontwikkeld als dat van andere dieren zoals honden.
4. Aanraking en snorharen: Tigers hebben ook gevoelige aanraakreceptoren en snorharen (Vibrissae) op hun gezicht en lichaam die helpen bij de jacht. Hun snorharen zijn extreem gevoelig en kunnen de kleinste veranderingen in luchtstromen detecteren, waardoor tijgers door dichte vegetatie navigeren en verborgen prooi vinden.
Tijgers zijn opmerkelijke roofdieren met een combinatie van scherpe zintuigen en fysieke aanpassingen die hen in staat stellen met succes jagen en overleven in hun natuurlijke habitats.