Huisdier thuis
Alle levende dingen delen de volgende vijf kenmerken:
1. organisatie: Alle levende wezens bestaan uit een of meer cellen, die de basiseenheid van het leven zijn. Cellen zijn georganiseerd in weefsels, weefsels in organen en organen in systemen.
2. metabolisme: Alle levende wezens nemen energie uit hun omgeving en gebruiken het om hun levensprocessen uit te voeren. Dit proces wordt metabolisme genoemd.
3. Reproductie: Alle levende dingen reproduceren zich, het creëren van nieuwe individuen van hun eigen soort. Reproductie kan seksueel of aseksueel zijn.
4. Reactie op stimuli: Alle levende wezens reageren op stimuli, die veranderingen in hun omgeving zijn. Voorbeelden van stimuli zijn onder meer licht, temperatuur en aanraking.
5. Regulering: Alle levende wezens reguleren hun interne omgeving, met behoud van een stabiele staat van omstandigheden die nodig is voor het leven. Dit proces wordt homeostase genoemd.