Huisdier thuis
Wilde paarden zullen een grotere schrikreactie vertonen op plotselinge, onverwachte geluiden in vergelijking met tamme paarden.
* Onafhankelijke variabele: Het type paard (Wild vs. Tame)
* afhankelijke variabele: De intensiteit van de schrikrespons (gemeten door hartslag, gedragsveranderingen of andere kwantificeerbare indicatoren)
* Controlegroep: Tamme paarden
* Experimentele groep: Wilde paarden
* controlevariabelen: Leeftijd, ras, geslacht en vergelijkbare omgevingsfactoren moeten worden gecontroleerd om verwarrende variabelen te minimaliseren.
1. Voorbeeldselectie: Kies een groep wilde paarden en een groep tamme paarden, die ze matchen voor leeftijd, ras en geslacht.
2. Basismeting: Noteer de basislijn van de basislijn en andere relevante fysiologische maatregelen voor alle paarden in een rustige omgeving.
3. stimulus: Introduceer een plotseling, onverwacht geluid (zoals een luide klap of knal) aan alle paarden.
4. Meting: Noteer onmiddellijk na het geluid de hartslag en observeer ze gedragsveranderingen (bijv. Springen, rennen, bevriezen) in beide groepen.
5. Gegevensanalyse: Vergelijk de schrikresponsgegevens (hartslag, gedragsveranderingen) tussen de twee groepen.
Op basis van de hypothese wordt verwacht dat wilde paarden een significant hogere hartslag en meer uitgesproken gedragsveranderingen hebben in vergelijking met tamme paarden in reactie op het plotselinge ruis. Dit suggereert dat wilde paarden, vanwege hun geschiedenis van het leven in onvoorspelbare omgevingen, gevoeliger zijn voor plotselinge stimuli.
Opmerking: Dit is slechts een voorbeeld. U kunt verschillende testbare hypothesen formuleren op basis van andere waarneembare verschillen tussen wilde en tamme paarden.