Huisdier thuis
Gazellen staan bekend om hun snelheid en behendigheid. Ze zijn territoriaal en vormen kuddes, die in grootte kunnen variëren van enkele individuen tot honderden.
- Dieet: Gazellen zijn herbivoren en hun dieet bestaat voornamelijk uit grassen, bladeren en scheuten. Het zijn selectieve eters en geven de voorkeur aan jonge, voedzame planten. Ze vertrouwen op hun gezichtsvermogen om voedsel te lokaliseren en kunnen zich snel verplaatsen om de voedselbron van hun voorkeur te bereiken.
- Woongebied: Gazellen bewonen verschillende soorten habitats, waaronder savannes, graslanden, woestijnen en halfwoestijnen. Ze geven de voorkeur aan open gebieden met korte begroeiing, waardoor ze roofdieren van een afstand kunnen spotten.
- Sociaal gedrag: Gazellen leven in sociale groepen bestaande uit vrouwtjes en hun jongen, de zogenaamde reekalfjes. De mannetjes vormen over het algemeen afzonderlijke groepen of blijven solitair, behalve tijdens de paartijd. Gazellen communiceren via vocalisaties, lichaamstaal en geurmarkering om hun territorium af te bakenen en de groepscohesie te behouden.
- Reproductie: Gazellen zijn polygaam en de dominante mannetjes paren met meerdere vrouwtjes. De vrouwtjes krijgen na een draagtijd van ongeveer 5-6 maanden een enkel kalfje. De reekalfjes worden precociaal geboren, wat betekent dat ze kort na de geboorte kunnen lopen en hun moeder kunnen volgen.
- Roofdieren en verdedigingsmechanismen: Gazellen zijn kwetsbaar voor roofdieren zoals leeuwen, luipaarden, cheeta's en wilde honden. Ze vertrouwen op hun snelheid en behendigheid om hun roofdieren te ontlopen. Gazellen kunnen snelheden tot wel 96 kilometer per uur bereiken en snelle zigzagbewegingen uitvoeren om gevangenneming te ontwijken. Ze hebben ook een uitstekend zicht en gehoor, waardoor ze potentiële bedreigingen vroegtijdig kunnen detecteren.
- Seizoensgebonden migratie: Sommige gazellesoorten ondernemen seizoensmigraties als reactie op veranderingen in de beschikbaarheid van voedsel en watervoorraden. Tijdens het droge seizoen verhuizen ze naar gebieden met meer vegetatie en water, om vervolgens tijdens het regenseizoen terug te keren naar hun oorspronkelijke leefgebied.
Dit zijn enkele algemene kenmerken van de gewoonten van gazellen, maar er kan variatie bestaan tussen verschillende soorten en ondersoorten.