Huisdier thuis
1. Jagen:
- Barn -uilen zijn nachtelijke roofdieren die typisch jagen op kleine knaagdieren zoals muizen, wals en splitsen tijdens de nacht.
- Ze gebruiken hun uitzonderlijke hoorzitting om prooi in volledige duisternis te vinden.
2. Stille vlucht:
- Barn -uilen hebben onderscheidende vluchtveren met zachte randen, waardoor ze bijna stil kunnen vliegen.
- Deze stille vlucht helpt hen om hun prooi te benaderen en te verrassen zonder te worden gedetecteerd.
3. Echolocatie:
- Hoewel ze niet als vleermuizen echoloceren, hebben barn -uilen sterk ontwikkelde auditieve systemen.
- Ze gebruiken een combinatie van asymmetrische gezichtsschijven en gevoelige oren om de exacte locatie van hun steengroeve op basis van geluid te lokaliseren.
4. Nesteren en roosteren:
- Barn -uilen nestelen meestal in schuren, holle bomen of andere beschutte gebieden.
- Ze keren vaak jaar na jaar terug naar dezelfde nestlocatie.
- Overdag beroven ze op verborgen locaties zoals dichte vegetatie of spleten in gebouwen.
5. Fokken en reproductie:
- Barn -uilen zijn monogaam en paren meestal voor het leven.
- Ze leggen verschillende eieren in een koppeling en het vrouwtje incubeert voornamelijk de eieren terwijl het mannetje voedsel levert.
6. Vocale communicatie:
- Barn -uilen hebben verschillende vocalisaties, waaronder krijsen, sissen en bellen, die ze gebruiken voor communicatie.
- Deze vocalisaties helpen hen hun territorium te behouden, vrienden aan te trekken en met elkaar te communiceren.
7. Solitaire aard:
- Barn -uilen zijn over het algemeen eenzame vogels en jagen en wonen liever alleen.
- Ze kunnen echter in grote groepen in grote groepen worden gebracht tijdens koud weer voor bescherming en warmte.
8. Dieet en voeding:
- Kleine knaagdieren vormen het grootste deel van hun dieet, maar schuuruilt kunnen ook jagen op vogels, insecten en soms kleine reptielen of amfibieën.
- Ze slikken hun prooi door en regurgeren onverteerbare delen zoals botten en bont.
9. Aanpassingen:
- Barn -uilen hebben lange benen en scherpe, puntige klauwen voor het vangen en vasthouden van hun prooi.
- Hun ogen zijn naar voren geplaatst, waardoor ze een uitstekend binoculair zicht krijgen voor nauwkeurige jacht in het donker.
10. Distributie en habitat:
- Barn -uilen zijn te vinden in een breed scala aan habitats, waaronder graslanden, landbouwgronden, bossen en stedelijke gebieden.
- Ze geven de voorkeur aan open gebieden met voldoende vegetatie om te verstoppen en te jagen op knaagdieren.