Huisdier thuis
1. Vierkamers hart :Net als zoogdieren hebben vogels een hart met vier kamers bestaande uit twee atria en twee ventrikels. Deze scheiding zorgt voor volledige segregatie van geoxygeneerd en gedeoxygeneerd bloed, waardoor een efficiëntere afgifte van zuurstof aan de weefsels van het lichaam wordt gewaarborgd.
2. Verhoogde hartslag :Vogels hebben een hogere hartslag in vergelijking met andere dieren van vergelijkbare grootte. De kleine lichaamsgrootte van vogels creëert een hogere metabole snelheid, wat een snellere hartslag vereist om te voldoen aan de verhoogde vraag naar zuurstof.
3. Mogelijkheid om meer zuurstof te leveren per hartslag :De harten van vogels kunnen meer kracht contracteren, waardoor hogere druk wordt gegenereerd dan bij andere dieren. Hierdoor kunnen vogels meer bloed pompen en meer zuurstof afleveren aan het lichaam met elke hartslag.
4. Capillaire dichtheid :Vogels hebben een uitgebreid netwerk van haarvaten, die kleine bloedvaten zijn die een efficiënte uitwisseling van zuurstof en koolstofdioxide tussen het bloed en de weefsels mogelijk maken. De capillaire dichtheid bij vogels is hoger dan bij andere dieren, waardoor de zuurstofafgifte verder wordt vergemakkelijkt.
5. Myoglobin -inhoud :Vogels hebben een hoge concentratie myoglobine in hun hartspieren. Myoglobine is een eiwit dat zuurstof kan opslaan, waardoor de hartspier een onmiddellijke zuurstofbron kan hebben tijdens perioden van hoge activiteit.
6. Langwerpige aorta en halsslagaders :De slagaders die geoxygeneerd bloed van het hart naar de rest van het lichaam dragen, zijn relatief langwerpig bij vogels. Hierdoor kan het zuurstofrijk bloed snel en efficiënt verre delen van het lichaam bereiken.
7. Juiste aortaboog: In tegenstelling tot de meeste zoogdieren hebben vogels alleen de rechter aortaboog, die afkomstig is van de linker hartkamer. Deze aanpassing voorkomt dat de aorta tijdens de vlucht door het borstbeen wordt gecomprimeerd, waardoor een constante toevoer van zuurstofrijk bloed naar het lichaam wordt gewaarborgd.
De aanpassingen van het hart van een vogel stellen het in staat om te voldoen aan de hoge metabole eisen van de vlucht en een continue toevoer van zuurstof aan de weefsels van het lichaam te bieden, waardoor vogels lange perioden van vlucht kunnen behouden en luchtmanoeuvres kunnen uitvoeren met uitzonderlijke energie en behendigheid.