Huisdier thuis
Definitie van eend:
werkwoord
1. Laat de kop en het lichaam snel zakken om iets te voorkomen.
_ Uitdagen:ze dook onder de lage deuropening.
_He dook terwijl de bal langs zijn hoofd sloeg.
2. Vermijd of ontwijk iets
_ Uitdagen:ze probeerde de verantwoordelijkheid te dichten, maar ze kon het niet.
_ Ze probeerden het probleem te duiken, maar het bleef aan de orde komen.
zelfstandig naamwoord:
1. Een soort watervogels met zwemvliezen, een brede rekening en een gestroomlijnd lichaam, vaak aangetroffen in zoetwaterhabitats
_ Uitdagen:een kudde eenden zwom in de vijver.
_ Hij ging eendenjacht in de moerassen._
2. Een persoon die duikt.
_ Uitdagen:hij was een lafaard, een gewone eend toen er problemen kwamen.
Interjectie:
1. Uitgebruikt om verrassing of ongeloof uit te drukken.
_ Voorbeeld:"Duck!" riep hij uit, terwijl de vaas neerstortte.
Aanvullende opmerkingen:
- De werkwoord eend kan ook in figuratieve zin worden gebruikt om "iets onaangenaams of moeilijks te vermijden of ontwijken".
_ Voorbeeld:ze probeerde de vraag te duiken, maar hij bleef het vragen.
- De zelfstandig naamwoord eend kan ook verwijzen naar het vlees van een eend, dat vaak wordt geconsumeerd als voedsel.
_ Voorbeeld:ze serveerden gebraden eend voor het diner._
- De interjectie -eend wordt soms gebruikt als een manier om iemand te waarschuwen voor gevaar of op iets onverwachts.
_ Voorbeeld:"Duck!" schreeuwde hij, terwijl de bal naar haar toe kwam vliegen.