Huisdier thuis
1. Structuur
De manier waarop een organisme wordt gebouwd. Een mens heeft bijvoorbeeld twee armen, twee benen, een hoofd en een romp.
2. Functie
Wat een organisme doet. Een mens kan bijvoorbeeld lopen, praten en denken.
3. Aanpassing
Een functie die een organisme helpt te overleven in zijn omgeving. Een ijsbeer heeft bijvoorbeeld een dikke laag vacht die hem helpt warm te blijven in het Noordpoolgebied.
4. Habitat
De plaats waar een organisme leeft. Een ijsbeer leeft bijvoorbeeld in het Noordpoolgebied.