Huisdier thuis
crypsis
Crypsis, ook wel camouflage genoemd, is het vermogen van een dier om te voorkomen dat ze worden gedetecteerd door roofdieren of prooi door in zijn omgeving in te mengen. Er zijn veel verschillende manieren waarop dieren crypsis kunnen bereiken, waaronder:
kleuring: Veel dieren hebben kleuring die hen helpt op te gaan in hun omgeving. Veel woestijndieren zijn bijvoorbeeld bruin of bruin, wat hen helpt om in het zand te versmelten. Sommige dieren, zoals kameleons, kunnen zelfs van kleur veranderen om bij hun omgeving te passen.
Vorm en grootte: Sommige dieren hebben een vorm of grootte die hen helpt op te gaan in hun omgeving. Sommige insecten lijken bijvoorbeeld op bladeren of bloemen. Sommige dieren, zoals slangen, kunnen zichzelf camoufleren door plat op de grond te liggen en in te mengen in de vegetatie.
Gedrag: Sommige dieren hebben gedrag dat hen helpt op te gaan in hun omgeving. Sommige dieren, zoals uilen, jagen bijvoorbeeld 's nachts wanneer ze minder snel worden gezien. Sommige dieren, zoals leeuwen, camoufleren zich in hoog gras wanneer ze jagen.
Mimicry
Mimicry is een vorm van crypsis waarin een dier evolueert om te lijken op een ander dier dat gevaarlijk of onverteerbaar is voor roofdieren. Er zijn veel verschillende soorten nabootsing, waaronder:
Batesian Mimicry: Batesian Mimicry treedt op wanneer een onschadelijk dier evolueert om op een gevaarlijk dier te lijken. Sommige motten zien er bijvoorbeeld uit als wespen. Dit helpt hen om te voorkomen dat ze worden opgegeten door vogels, die bang zijn voor wespen.
Müllerian Mimicry: Mülleriaanse nabootsing treedt op wanneer twee of meer gevaarlijke of onverteerbare dieren evolueren om op elkaar te lijken. Veel giftige slangen hebben bijvoorbeeld vergelijkbare kleuren en patronen. Dit helpt hen om te voorkomen dat ze worden opgegeten door roofdieren, die bang zijn voor de giftige slangen.
Agressieve nabootsing: Agressieve nabootsing treedt op wanneer een dier evolueert om op een dier te lijken waarop het proeft. Sommige vuurvliegjes zien er bijvoorbeeld uit als vrouwelijke motten. Dit helpt hen om mannelijke motten aan te trekken, die ze dan eten.
Misleidende signalen:
Sommige dieren gebruiken misleidende signalen om roofdieren te misleiden of te jagen op hun ware aard of bedoelingen. Sommige insecten maken bijvoorbeeld geluiden die andere insecten nabootsen, hetzij om partners aan te trekken of roofdieren af te schrikken. Van bepaalde vissoorten is bekend dat ze bioluminescerende kunstaas gebruiken om prooi aan te trekken. Evenzo bootst de onschadelijke Scarlet Kingsnake de kleur van de dodelijke koraalsnake na om roofdieren af te schrikken.
Achtergrond matching:
Bepaalde dieren gaan naadloos samen met hun omgeving door een vergelijkbare gekleurde achtergronden te kiezen. Poolberen, met hun witte vacht, camoufleren ze in de besneeuwde Arctische regio's, dienen als een goed voorbeeld van achtergrondafstemming.
Verstorende kleuring:
Sommige soorten hebben markeringen of patronen die hun schets verstoren, waardoor het moeilijk is voor roofdieren of prooi om hun vorm en grootte te onderscheiden. Tigers en zebra's zijn bekende voorbeelden van deze camouflage-strategie.
Countershading:
Countershading is een techniek waarbij dieren een donkere kleuring hebben op hun dorsale (bovenste) kant en lichtere kleuring op hun ventrale (onderkant). Deze schaduw vermindert het uiterlijk van schaduwen, waardoor het silhouet van het dier effectief in zijn omgeving wordt gemengd. Veel mariene wezens, waaronder vissen en inktvis, gebruiken deze techniek.