Huisdier thuis
Graslanden, ook wel prairies of steppen genoemd, worden gekenmerkt door gematigde neerslag, met een gemiddelde jaarlijkse neerslag van 25-75 centimeter (10-30 inch). De verdeling van de neerslag in graslanden varieert afhankelijk van de regio en het klimaat.
In gematigde graslanden is de neerslag doorgaans seizoensgebonden, waarbij de meeste regen valt in de lente- en zomermaanden. De winters zijn over het algemeen droog, met af en toe sneeuwval. In subtropische en tropische graslanden kan de neerslag gelijkmatiger over het jaar worden verdeeld, waarbij de natte en droge seizoenen minder uitgesproken zijn.
De hoeveelheid en het tijdstip van de neerslag spelen een cruciale rol bij het vormgeven van de kenmerken van graslandecosystemen. Graslanden met meer regenval hebben meestal grotere en dichtere grassen, terwijl graslanden met minder regenval kortere en schaarser vegetatie hebben. Neerslag heeft ook invloed op de soortensamenstelling van graslanden, waarbij verschillende plantengemeenschappen zich aanpassen aan verschillende vochtniveaus.
Samenvattend kunnen we stellen dat graslanden gematigde neerslag ontvangen, die vaak seizoensgebonden is in gematigde streken en gelijkmatiger verdeeld is in subtropische en tropische gebieden. De hoeveelheid en het tijdstip van de neerslag hebben aanzienlijke gevolgen voor de vegetatie en de algehele structuur van graslandbiomen.