Huisdier thuis
Twee eigenschappen die vaak worden gewijzigd of veranderd door variaties in de omgeving zijn:
- fenotypische plasticiteit: Fenotypische plasticiteit verwijst naar het vermogen van organismen om hun fenotype (waarneembare eigenschappen) te veranderen in reactie op veranderingen in de omgeving. Dit kan veranderingen in fysieke eigenschappen omvatten, zoals lichaamsgrootte of vorm, evenals gedrags- of fysiologische eigenschappen. Sommige dieren kunnen bijvoorbeeld dikker bont groeien in koudere klimaten of hun dieet veranderen als reactie op veranderingen in de beschikbaarheid van voedsel. Met fenotypische plasticiteit kunnen organismen zich beter aanpassen aan hun specifieke omgeving en hun overlevingskansen vergroten.
- Acclimatisatie: Acclimatisatie verwijst naar de kortetermijnaanpassingen die organismen maken in reactie op specifieke veranderingen in het milieu. In tegenstelling tot fenotypische plasticiteit, die genetische veranderingen inhoudt die worden doorgegeven aan nakomelingen, omvat acclimatisatie fysiologische of gedragsveranderingen die plaatsvinden binnen de levensduur van een individu. Voorbeelden van acclimatisatie omvatten veranderingen in lichaamstemperatuur, hartslag of metabolisme in reactie op veranderingen in temperatuur of vochtigheid. Acclimatisatie helpt organismen homeostase te handhaven en omgaan met onmiddellijke veranderingen in hun omgeving.