Huisdier thuis
Een voedselweb is een netwerk van onderling verbonden voedselketens, waaruit blijkt hoe energie en voedingsstoffen door een ecosysteem stromen. Het toont de voedingsrelaties tussen verschillende organismen, van producenten (planten) tot primaire, secundaire en hoger niveau consumenten (dieren).
In een voedselweb bezit elk organisme een specifiek trofisch niveau op basis van de voedingsgewoonten:
1. Producenten (autotrofen):dit zijn organismen die hun eigen voedsel kunnen produceren door fotosynthese of chemosynthese. Planten zijn de primaire producenten in de meeste terrestrische voedselwebben, die energie van zonlicht synthetiseren door fotosynthese.
2. Primaire consumenten (herbivoren):herbivoren zijn organismen die alleen plantmateriaal verbruiken. Ze voeden zich rechtstreeks op producenten en bezetten het tweede trofische niveau. Voorbeelden zijn insecten, konijnen en herten.
3. Secundaire consumenten (carnivoren):Carnivoren zijn organismen die zich voornamelijk voeden met herbivoren. Ze bezetten het derde trofische niveau en omvatten dieren zoals vossen, wolven en vele vogelsoorten.
4. Tertiaire consumenten (toparnivoren):Top Carnivoren bevinden zich op de hoogste trofische niveaus, die meestal op andere carnivoren of herbivoren jagen. Voorbeelden zijn leeuwen, ijsberen en adelaars.
5. Decomposers:Decomposers, zoals bacteriën en schimmels, breken organische stoffen en voedingsstoffen uit van dode organismen, waardoor ze weer in het milieu worden vrijgegeven. Ze bezetten de laatste trofische niveaus.
Voedselwebben illustreren hoe energie uit de zon door verschillende trofische niveaus stroomt terwijl organismen elkaar consumeren. Elk trofisch niveau draagt slechts ongeveer 10% van de energie over die het naar het volgende niveau ontvangt, zodat energie verloren gaat als het het voedselweb omhoog gaat. Dit beperkt de lengte en complexiteit van voedselwebben.