Huisdier thuis
Het is een veel voorkomende misvatting dat grotere dieren grotere cellen hebben. De grootte van individuele cellen neemt niet significant toe naarmate dieren groter worden.
Dit is waarom:
* Oppervlakte -verhouding tussen volume: Naarmate cellen groter worden, neemt hun oppervlakte -volumeverhouding af. Dit betekent dat er minder oppervlakte beschikbaar is voor opname van voedingsstoffen en afvalverwijdering. Grotere cellen zouden inefficiënt worden en worstelen om te functioneren.
* Diffusielimieten: Cellen vertrouwen op diffusie voor transport van voedingsstoffen en het verwijderen van afval. Diffusie is langzamer over langere afstanden. Als cellen aanzienlijk groter zouden zijn, zou diffusie de behoeften van de cel niet kunnen bijhouden.
* DNA -replicatie: Grotere cellen zouden langer duren om hun DNA te repliceren, wat nodig is voor celdeling. Dit zou de groei- en reparatieprocessen vertragen.
In plaats van grotere cellen te hebben, bereiken grotere dieren hun grootte door te hebben:
* Meer cellen: Ze hebben gewoon een groter aantal cellen, maar de individuele celgroottes blijven relatief consistent.
* gespecialiseerde cellen: Verschillende celtypen hebben verschillende maten en functies om het algehele organisme te ondersteunen.
Samenvattend: Walvissen zijn groot, maar hun individuele cellen zijn niet groter dan menselijke cellen. Ze bereiken hun grootte door meer cellen en een grotere diversiteit aan celtypen te hebben.