Huisdier thuis
Wolven staan bekend om hun uitzonderlijke zintuigen, inclusief hun visie. Ze hebben een dichromatisch zicht, wat betekent dat ze twee soorten kegelcellen in hun netvlies hebben, die verantwoordelijk zijn voor het kleurenzien. Hierdoor kunnen ze kleuren zien, hoewel niet zo levendig als mensen met een trichromatisch zicht.
Wolven zijn vanwege verschillende factoren bijzonder bedreven in het zien bij weinig licht:
Netvliesstructuur :Wolven hebben een hogere dichtheid aan staafjes in hun netvlies vergeleken met mensen. Staven zijn gespecialiseerde fotoreceptorcellen die gevoeliger zijn voor weinig licht en helpen bij nachtzicht.
Tapetum Lucidum :Achter het netvlies hebben wolven en veel andere zoogdieren een reflecterende laag die het tapetum lucidum wordt genoemd. Deze laag kaatst strooilicht terug dat anders verloren zou gaan, waardoor de hoeveelheid licht die de fotoreceptorcellen bereikt wordt vergroot en hun gevoeligheid bij weinig licht toeneemt.
Grote leerlingen :De pupillen van wolven kunnen meer verwijden dan menselijke pupillen, waardoor er bij weinig licht meer licht in de ogen kan komen. Dit verbetert hun vermogen om 's nachts te zien verder.
Hoewel wolven uitstekend zicht hebben bij weinig licht, is hun kleurwaarneming beperkt in vergelijking met mensen. Ze kunnen onderscheid maken tussen de tinten blauw, geel en groen, maar hebben moeite met het onderscheid tussen rood en oranje of groen en bruin.
Over het algemeen hebben wolven een superieur gezichtsvermogen, waardoor ze effectief door hun omgeving kunnen navigeren onder uiteenlopende lichtomstandigheden, wat essentieel is voor de jacht en het overleven in het wild.