Huisdier thuis
Een doorweekte huishoudenhond
Zat op een logboek.
Hij kwispelde zijn doorweekte staart
En gaf een zwak gejammer.
Regendruppels tuimelden naar beneden
En liet de plassen fronsen.
De hond keek naar de regen,
Toen geeuwde en weer kwispelen.
De regen bleef nog steeds bestaan
En begon de heuvel af
De hond kreeg de vlucht,
Maar gleed de lea over.
Hij huilde en kronkelde rond,
Toen viel hij in een swound.
De regen stopte, de zon was uit.
De hond zat aan zijn snuit te likken.
Hij schudde zichzelf en stond op,
En zag er net zo goed uit als modder.
Vervolgens begrensd met vreugde
Zo gelukkig als zou kunnen zijn