Huisdier thuis
Hier zijn enkele bijvoeglijke naamwoorden om de staart van een hond te beschrijven, gericht op verschillende aspecten:
Beweging:
* Wagging: enthousiast, gelukkig, opgewonden, vreugdevol, hectisch, krachtig, geanimeerd, energiek, speels, vriendelijk
* bonzen: opgewonden, nerveus, angstig, bang, onzeker
* verscholen: Bang, onderdanig, angstig, verlegen, beschaamd
* stijf: alert, op hun hoede, gespannen, boos, vijandig
* toch: Kalm, ontspannen, tevreden, onverschillig, verveeld
* gekruld: speels, ontspannen, gelukkig, tevreden
* jammering: bang, angstig, nerveus
uiterlijk:
* Bushy: pluizig, dik, vol, luxueus, dicht
* kort: Stubby, compact, bijgesneden, dobber
* lang: vloeiend, sierlijk, elegant, vegen, dramatisch
* gekruld: Opgerold, spiraalvormig, strak, los, ontspannen
* geplompt: gevederde, pluizig, zacht, delicaat
* dubbel: Dubbel, gesplitst, gevorkt, uniek
Andere:
* blij: Wagden, veerkrachtig, speels, blij
* nerveus: trillen, weggestopt, stijf, jammerend
* vriendelijk: Wagden, verwelkomen, uitnodigend
* Bang: Verschuldigd, stijf, jammerend
* boos: Stijf, gespannen, laag tot op de grond
* sterk: dik, gespierd, krachtig
* delicaat: dun, sierlijk, elegant
Vergeet niet om bijvoeglijke naamwoorden te gebruiken die het beste de specifieke hond en situatie beschrijven die u beschrijft.