Huisdier thuis
Paarden planten zich seksueel voort, waarbij het mannelijke paard (hengst) het vrouwelijke paard (merrie) bevrucht door interne inseminatie. Het proces begint met baltsgedrag, waarbij de hengst verschillende acties vertoont om de merrie aan te trekken, waaronder hinniken, achtervolgen en snuffelen.
Wanneer de merrie loops is, wat tijdens het broedseizoen gewoonlijk elke 21-24 dagen gebeurt, is ze ontvankelijk voor paring. De hengst bestijgt de merrie en brengt zijn penis in haar vagina, waarbij sperma vrijkomt dat sperma bevat. Het voortplantingsstelsel van de merrie bestaat uit de eierstokken, eileiders, baarmoeder, baarmoederhals en vagina.
Na de paring reist het sperma door het voortplantingsstelsel van de merrie, en als een van hen met succes een eicel bevrucht die vrijkomt uit haar eierstokken, begint de zwangerschap. De draagtijd van een paard bedraagt ongeveer 11 maanden (gemiddeld 340 dagen).
Tijdens de zwangerschap krijgt het zich ontwikkelende embryo of de foetus voeding van de merrie via de placenta, die zich in de baarmoeder vormt. Naarmate de foetus groeit, ontwikkelen zijn organen en lichaamssystemen zich, en uiteindelijk neemt hij de vorm en kenmerken aan van een veulen.
Tegen het einde van de dracht begint de uier van de merrie groter te worden en begint ze melk te produceren ter voorbereiding op het zogen van haar veulen. Als het tijd is voor de geboorte, scheurt de waterzak van de merrie en begint de bevalling. Het veulen wordt meestal met het hoofd naar voren geboren en de navelstreng wordt doorgesneden zodra het veulen uit is.
Na de geboorte is het veulen voor voedsel en verzorging afhankelijk van zijn moeder. De merrie verzorgt haar veulen regelmatig, voorziet het van colostrum (de eerste melk die na de bevalling wordt geproduceerd) en schakelt vervolgens over op gewone melk. Het veulen begint ook de omgeving te verkennen en wint geleidelijk aan kracht en onafhankelijkheid.
Paarden bereiken doorgaans geslachtsrijpheid tussen de leeftijd van 2 en 3 jaar, hoewel sommige rassen eerder of later volwassen kunnen worden. Succesvol fokken vereist zorgvuldig beheer, inclusief het monitoren van de oestrische cyclus van de merrie en het zorgen voor de juiste timing voor het paren.