Huisdier thuis
Grijs dichtbij kan een aantal geluiden horen die mensen niet kunnen horen. Deze geluiden omvatten:
- Echografie: Grijze dichtbij kunnen geluiden horen met frequenties tot 100.000 Hz, terwijl mensen alleen geluiden tot 20.000 Hz kunnen horen. Hierdoor kunnen ze het hoge piepende en fluitende geluid van prooien en roofdieren horen.
- Infrageluid: Grijze dichtbij kunnen ook geluiden horen met frequenties onder de 20 Hz, terwijl mensen alleen geluiden tot 20 Hz kunnen horen. Hierdoor kunnen ze de laag rommelende geluiden van stormen en aardbevingen horen.
- Directioneel horen: Grijze mensen hebben een zeer gericht gehoor, wat betekent dat ze de bron van een geluid nauwkeurig kunnen lokaliseren. Dit is belangrijk voor de jacht en het vermijden van roofdieren.
Naast dat ze geluiden op verschillende frequenties kunnen horen, hebben grijze mensen in de buurt ook een veel groter gehoorbereik dan mensen. Ze kunnen geluiden horen tot op een afstand van 24 kilometer, terwijl mensen alleen geluiden kunnen horen tot op een afstand van ongeveer 1,5 kilometer. Hierdoor kunnen ze potentiële roofdieren en prooien vanaf een veel grotere afstand detecteren.
Gray gebruikt hun gehoor bijna voor een aantal belangrijke doeleinden, waaronder:
- Jagen:Grijzen vertrouwen bijna op hun gehoor om prooien te lokaliseren. Ze kunnen de geluiden horen van prooien die door het bos bewegen, en ze kunnen zelfs de locatie van een prooidier bepalen aan de hand van zijn geluiden.
- Roofdieren vermijden:Grijze bijna-vogels gebruiken ook hun gehoor om roofdieren te ontwijken. Ze kunnen de geluiden horen van naderende roofdieren en ze kunnen ontwijkende maatregelen nemen om te voorkomen dat ze worden gepakt.
- Communiceren:Grijze bijna-gebruiksvocalisaties om met elkaar te communiceren. Ze kunnen geluiden maken om te waarschuwen voor gevaar, om partners aan te trekken en om jacht- en foerageeractiviteiten te coördineren.
Het horen van grijs dichtbij is een opmerkelijke aanpassing die hen helpt te overleven in het wild. Door een breed scala aan geluiden en vanaf grote afstanden te kunnen horen, kunnen ze prooien vinden, roofdieren ontwijken en met elkaar communiceren.