Huisdier thuis
Een apostrof wordt gebruikt met het woord "vogels" om eigendom of bezit aan te geven. Bijvoorbeeld:
* Het nest van de vogel bevindt zich in de boom.
* De veren van de vogels zijn prachtig.
In het eerste voorbeeld geeft de apostrof aan dat het nest tot de vogel behoort. In het tweede voorbeeld geeft de apostrof aan dat de veren tot de vogels behoren.
Apostrofen kunnen ook worden gebruikt met "vogels" om een samentrekking aan te geven. Bijvoorbeeld:
* De vogels zijn terug in het voorjaar.
* De vogel eet een worm.
In het eerste voorbeeld geeft de apostrof aan dat het woord "wil" is gecontracteerd tot "'ll." In het tweede voorbeeld geeft de apostrof aan dat het woord "is" is gecontracteerd tot "'s".