Huisdier thuis
Menselijk gedrag is een combinatie van alle drie:adaptief, instinctief en aangeleerd.
Adaptief gedrag zijn degenen die ons helpen te overleven en te gedijen in onze omgeving. Daartoe behoren zaken als het vinden van voedsel, het vermijden van gevaar en de zorg voor onze jongeren. Dit gedrag wordt vaak aangeleerd van onze ouders en andere leden van onze gemeenschap, maar het kan ook instinctief zijn.
Instinctief gedrag zijn degenen die in onze genen zijn geprogrammeerd. Ze zijn vanaf de geboorte aanwezig en hoeven niet aangeleerd te worden. Alle menselijke baby's worden bijvoorbeeld geboren met het vermogen om te zogen. Dit gedrag is essentieel om te overleven, omdat het ons in staat stelt melk van onze moeders te drinken.
Aangeleerd gedrag zijn die we verwerven door ervaring. Ze omvatten zaken als taal, sociale vaardigheden en beroepsvaardigheden. Dit gedrag kan worden beïnvloed door onze genen, onze omgeving en onze eigen keuzes.
Het relatieve belang van adaptief, instinctief en aangeleerd gedrag varieert van gedrag tot gedrag. Sommige gedragingen, zoals ademhalen, zijn bijna volledig instinctief. Anderen, zoals autorijden, zijn bijna volledig aangeleerd. De meeste gedragingen zijn echter een combinatie van deze drie.
Het eetgedrag is bijvoorbeeld adaptief omdat het ons helpt te overleven. Het is ook instinctief, omdat we geboren worden met het vermogen om te zogen. Eten is echter ook een aangeleerd gedrag, omdat we leren welk voedsel we lekker vinden en hoe we dat moeten bereiden.
De interactie tussen adaptief, instinctief en aangeleerd gedrag is complex. Door deze verschillende soorten gedrag te begrijpen, kunnen we onszelf en onze interacties met de wereld om ons heen echter beter begrijpen.