Huisdier thuis
Dieren kunnen een breder scala aan stimuli waarnemen dan mensen kunnen, inclusief bezienswaardigheden en geluiden die we niet kunnen detecteren.
- Color Vision:
Sommige dieren, zoals vogels en primaten, hebben een kleurzicht dat superieur is aan de onze. Ze kunnen meer kleuren zien dan we kunnen en kunnen onderscheid maken tussen kleuren die we als hetzelfde beschouwen. Vogels kunnen bijvoorbeeld ultraviolet licht zien, dat onzichtbaar is voor mensen.
- horen :
Veel dieren, zoals honden en vleermuizen, hebben meer acuut gehoor dan mensen. Ze kunnen geluiden horen bij hogere frequenties en op lagere volumes dan we kunnen. Honden kunnen bijvoorbeeld geluiden horen tot 45.000 Hz, terwijl mensen alleen geluiden kunnen horen tot 20.000 Hz.
- Geur:
Dieren zoals honden en muizen hebben een reukvermogen dat veel superieur is aan de onze. Ze kunnen geuren detecteren die we niet kunnen detecteren, en ze kunnen discrimineren tussen geuren die we als hetzelfde beschouwen. Honden kunnen bijvoorbeeld de geur van een enkele druppel parfum in een grote kamer detecteren, terwijl mensen het helemaal niet kunnen detecteren.
- Smaak:
Sommige dieren, zoals katten en slangen, hebben een gevoel van smaak dat anders is dan de onze. Ze kunnen chemicaliën proeven die we niet kunnen, en ze kunnen smaken anders waarnemen dan wij. Katten kunnen bijvoorbeeld geen zoetheid proeven, terwijl slangen warmte kunnen proeven.
- aanraken :
Dieren zoals spinnen en insecten hebben een gevoel van aanraking dat gevoeliger is dan de onze. Ze kunnen zeer kleine veranderingen in druk, temperatuur en vochtigheid detecteren. Spinnen kunnen bijvoorbeeld de trillingen van de vleugels van een vlieg detecteren vanaf enkele meters afstand.
- Elektromagnetische straling :
Sommige dieren, zoals haaien en vogels, kunnen elektromagnetische straling detecteren die onzichtbaar is voor mensen. Haaien kunnen bijvoorbeeld de elektrische velden die door andere dieren worden gegenereerd detecteren, terwijl vogels het magnetische veld van de aarde kunnen detecteren.
- magnetisch veld :
Dieren zoals duiven, bijen en zeeschildpadden hebben het vermogen om het magnetische veld van de aarde te detecteren en te reageren. Dit magnetische gevoel helpt hen te navigeren en zich te oriënteren tijdens migraties over lange afstand of het foerageren van reizen.
- Elektrisch veld:
Bepaalde soorten, zoals elektrische paling en vogelbekdieren, hebben gespecialiseerde elektroreceptoren waarmee ze elektrische velden kunnen detecteren en genereren. Deze zijn essentieel voor communicatie, jagen op prooi en navigatie in duistere of donkere wateren.
- Infraroodstraling:
Sommige slangen en pitvolgers hebben infraroodgevoelige putten waarmee ze warmte kunnen detecteren en waarnemen die uit hun omgeving stralen. Dit helpt hen om warmbloedig bid te vinden in volledige duisternis of door dichte vegetatie.