Huisdier thuis
Hier is hoe dit klassieke woordprobleem op te lossen:
Laat:
* `P` vertegenwoordigen het aantal varkens
* `C` vertegenwoordigen het aantal kippen
Stel de vergelijkingen in:
* Vergelijking 1 (totaal dieren): P + C =220
* Vergelijking 2 (totaal benen): 4p + 2c =700 (varkens hebben 4 poten, kippen hebben 2)
Los op voor de variabelen:
1. Los op voor 'P' in vergelijking 1:
P =220 - C
2. Vervang deze waarde van 'P' in vergelijking 2:
4 (220 - c) + 2c =700
3. Vereenvoudig en los op voor 'C':
880 - 4c + 2c =700
-2c =-180
C =90
4. Vervang de waarde van 'C' terug in vergelijking 1 om 'P' te vinden:
P + 90 =220
P =130
Antwoord: De boer heeft 130 varkens en 90 kippen.