Huisdier thuis
Huisdier thuis
Insuline injecteren
1. Was uw handen en de injectieplaats. Was uw handen met water en zeep en maak de injectieplaats schoon met een alcoholdoekje of met water en zeep.
2. Maak uw insuline klaar. Als u een injectieflacon insuline gebruikt, moet u de insuline eerst in een injectiespuit opzuigen. Dit kunt u doen door de zuiger van de spuit naar achteren te trekken.
3. Injecteer de insuline. Houd de spuit vast als een potlood met de naald naar boven gericht. Steek de naald in een hoek van 45 graden in de huid. Injecteer de insuline door de zuiger naar beneden te drukken totdat de spuit leeg is.
4. Trek de naald terug. Wanneer u klaar bent met het injecteren van de insuline, trekt u de naald uit de huid.
5. Gooi de naald en spuit weg. Doe de naald en spuit in een naaldencontainer en gooi deze weg.
Tips voor het geven van insuline-injecties
* Wanneer u voor het eerst uzelf insuline-injecties gaat geven, kan het nuttig zijn om u door iemand anders te laten helpen.
* Als u insuline in uw buik injecteert, kunt u een centimeter van de huid afknijpen om de injectie gemakkelijker te maken.
* Als u insuline in uw arm, dij of billen injecteert, kunt u een alcoholdoekje gebruiken om het gebied vóór de injectie te verdoven.
* Wrijf of masseer de injectieplaats na injectie niet.
* Elke keer dat u insuline injecteert, moet u van injectieplaats binnen hetzelfde gebied wisselen. Dit zal helpen voorkomen dat er klontjes en bobbels ontstaan.