Huisdier thuis

#  >> Huisdier thuis >  >> Reptielen , Knaagdieren Knaagdieren >> Pet Knaagdieren

Welk type ademhalingssysteem hebben zoogdieren?

 

Zoogdieren, inclusief mensen, hebben een efficiënt ademhalingssysteem waarbij de longen en het middenrif betrokken zijn om de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide tijdens het ademen te vergemakkelijken. Het ademhalingssysteem van zoogdieren wordt gekenmerkt door de volgende sleutelcomponenten:

1. Longen :Zoogdieren hebben twee longen, gelegen in de borstholte aan weerszijden van het hart. De longen zijn sterk gevasculariseerd, wat betekent dat ze een dicht netwerk van bloedvaten bevatten die de uitwisseling van gassen tussen de lucht en de bloedbaan vergemakkelijken.

2. Membraan :Het middenrif is een koepelvormige spier die zich aan de basis van de borstholte bevindt. Het speelt een cruciale rol bij de ademhaling door samen te trekken en te ontspannen om veranderingen in het longvolume te genereren.

3. Luchtwegen :Het luchtwegsysteem bestaat uit de neusholtes, keelholte, strottenhoofd (stembox), luchtpijp (luchtpijp) en bronchiën, die zich vertakken in kleinere bronchiolen die naar de longen leiden. Deze luchtwegen fungeren als kanalen waardoor lucht tijdens de ademhaling in en uit de longen kan stromen.

4. Longblaasjes :De longblaasjes zijn kleine, zakachtige structuren in de longen waar gasuitwisseling plaatsvindt. De wanden van de longblaasjes zijn extreem dun, waardoor een efficiënte diffusie van zuurstof uit de ingeademde lucht naar het bloed mogelijk is, terwijl koolstofdioxide uit het bloed terug naar de longen wordt verdreven.

5. Bronchiale boom :De luchtpijp verdeelt zich in twee primaire bronchiën, die zich verder vertakken in kleinere bronchiën en uiteindelijk in bronchiolen. Deze vormen de bronchiale boom, die zorgt voor de distributie van lucht naar alle delen van de longen.

6. Pleura :De longen zijn omhuld door een dubbellaags sereus membraan dat het borstvlies wordt genoemd. Het borstvlies helpt de wrijving tijdens longbewegingen te verminderen en creëert een luchtdichte ruimte in de borstholte, waardoor de longen efficiënt kunnen uitzetten en samentrekken.

7. Ademhalingsspieren :Naast het middenrif helpen andere spieren, waaronder de intercostale spieren en de buikspieren, bij het veranderen van het volume van de borstholte tijdens in- en uitademing.

8. Ademhalingscontrole :De snelheid en diepte van de ademhaling worden geregeld door het ademhalingscentrum in de hersenen, met name in de medulla oblongata en de pons. Het ademhalingscentrum reageert op veranderingen in het bloedgasniveau, met name het kooldioxidegehalte, om een ​​optimale gasuitwisseling te behouden.

9. Longcirculatie :Zuurstofarm bloed uit de rechterkamer van het hart wordt in de longslagaders gepompt en naar de longen gestuurd. In de longen vergemakkelijken de bloedvaten in de capillaire bedden van de longblaasjes de uitwisseling van zuurstof en kooldioxide, wat leidt tot de oxygenatie van het bloed.

10. Systemische circulatie :Het zuurstofrijke bloed uit de longen wordt via de longaderen naar het hart teruggevoerd en vervolgens door de linker hartkamer via de systemische circulatie naar de rest van het lichaam gepompt, waardoor zuurstof aan verschillende weefsels en organen wordt geleverd.

Het ademhalingssysteem van zoogdieren haalt op efficiënte wijze zuurstof uit de ingeademde lucht en verwijdert koolstofdioxide, een afvalproduct van het cellulaire metabolisme, waardoor het juiste zuurstofniveau in het lichaam wordt gehandhaafd en de cellulaire ademhaling wordt ondersteund.

Copyright Huisdier thuis alle rechten voorbehouden

© nl.xzhbc.com