Huisdier thuis
Meetwormen zijn koud-aangepaste insecten die gedijen in temperaturen variërend van 15 ° C tot 29 ° C (59 ° F tot 84 ° F). Ze kunnen temperaturen zo laag als 10 ° C (50 ° F) verdragen, maar beginnen spanning te ervaren bij temperaturen boven 35 ° C (95 ° F). Meetwormen zijn gevoelig voor warmte en zullen sterven als ze gedurende een langere periode worden blootgesteld aan temperaturen boven 45 ° C (113 ° F).
Meetwormen worden vaak gevonden in warme, droge klimaten, zoals woestijnen en graslanden. Ze zoeken onderdak onder rotsen en houtblokken om te ontsnappen aan de hitte en hoge temperaturen van de zon. In koudere klimaten zijn meelwormen ondergronds gebogen of zoeken ze onderdak in beschermde gebieden om bevriezen te voorkomen.
Meetwormen hebben zich aangepast aan hun koude omgeving door een uniek antivrieseiwit te ontwikkelen. Dit eiwit helpt hun cellen te beschermen tegen schade veroorzaakt door de vorming van ijskristallen bij lage temperaturen. Meetworms hebben ook de mogelijkheid om een staat van diapauze in te gaan tijdens perioden van koud weer. Diapauze is een slapende toestand waarin het metabolisme van een insect vertraagt en het stopt met eten, bewegen en reproduceren. Dit helpt hen om energie te behouden en te overleven totdat gunstiger omstandigheden terugkeren.