Huisdier thuis
Energie voor de vlucht
- Vlucht is de meest energieverslindende activiteit die vogels uitvoeren, goed voor 80% van hun dagelijkse energieverbruik. Het aandrijven van de vleugels tijdens de vlucht vereist extreem hoge stofwisselingssnelheden.
- Basaal metabolisme (BMR) is een maatstaf voor de energie die nodig is om fundamentele levensfuncties in stand te houden, zoals ademhaling, spijsvertering en bloedsomloop.
- Maximale stofwisselingssnelheid (MMR) is het maximale energieverbruik dat een organisme kan bereiken.
- Vogels hebben vaak een hoge BMR en MMR in vergelijking met andere dieren :ze kunnen een BMR hebben die tien keer zo hoog is als die van zoogdieren met dezelfde massa.
- Vliegende vogels hebben over het algemeen een hogere MMR dan niet-vliegende vogels . De MMR van een mus is bijvoorbeeld 19,6 ml O₂ g-¹ h-¹, terwijl de MMR van een pinguïn slechts 4,9 ml O₂ g-¹ h-¹ bedraagt.
Energiebronnen
- Koolhydraten zijn de belangrijkste brandstof voor de vlucht.
- Vetten zijn de voorkeursbrandstof voor migratie over lange afstanden en andere activiteiten met een lage intensiteit, zoals staan of zitten.
- Eiwitten worden zelden gebruikt voor energieproductie.
Energieopslag
- Lichaamsvet is de belangrijkste energieopslag bij vogels.
- Vet is lichter en compacter dan andere energiebronnen, waardoor het ideaal is voor langeafstandsvluchten .
- De hoeveelheid lichaamsvet die een vogel bij zich draagt, varieert afhankelijk van de tijd van het jaar en zijn activiteitsniveau . Vogels leggen doorgaans vet af voorafgaand aan de trek en tijdens de wintermaanden.
- Sommige vogels, zoals de robijnkeelkolibrie, kunnen tot de helft van hun lichaamsgewicht aan vet opslaan .
Energiebesparing
- Vogels hebben een aantal aanpassingen die hen helpen energie te besparen . Deze omvatten;
- Een hoge dichtheid van mitochondriën in de vliegspieren :mitochondriën zijn de organellen die verantwoordelijk zijn voor cellulaire ademhaling en energieproductie.
- Efficiënte ademhaling :vogels hebben een groot longvolume en een snelle ademhaling, waardoor ze meer zuurstof uit de lucht kunnen halen.
- Veren :veren zorgen voor isolatie, wat helpt de lichaamswarmte vast te houden en energieverlies te verminderen.
- Ineengedoken :sommige vogels kruipen in groepen bij elkaar om energieverlies te verminderen.