Huisdier thuis
Diepe meren hebben geen zones zoals het Marine Biome op dezelfde manier als oceanen, maar ze kunnen worden verdeeld in verschillende lagen op basis van hun temperatuur, lichtpenetratie en de samenstelling van hun water.
Hier zijn de belangrijkste lagen van een diep meer:
1. Epilimnion:dit is de bovenste, warmste laag van het meer. Het is goed verlicht en bevat een grote hoeveelheid zuurstof. Dit is waar de meeste fotosynthetische activiteit plaatsvindt en plankton en andere organismen gedijen.
2. Metalimnion:dit is een laag van snel afnemende temperatuur die de epilimnion scheidt van de hypolimnion. Het is ook bekend als de thermocline. Deze laag kan enkele meters dik zijn en fungeert als een barrière tussen de bovenste en onderste lagen van het meer, waardoor meng remmen.
3. Hypolimnion:dit is de diepe, koude, onderste laag van het meer. Het is vaag verlicht en bevat zeer weinig zuurstof. Het water in de hypolimnion is dichter en mengt niet gemakkelijk met de bovenste lagen. Deze laag kan honderden meters diep in grote meren zijn.
4. Profundale zone:het diepste deel van het meer wordt de profundale zone genoemd. Het wordt gekenmerkt door koude temperaturen, lage zuurstofniveaus en beperkte zichtbaarheid. De organismen die in deze zone leven, zijn aangepast aan deze barre omstandigheden.
Dus hoewel diepe meren niet precies dezelfde zones hebben als het mariene bioom, vertonen ze wel duidelijke gelaagdheid en variatie in temperatuur, lichtpenetratie en zuurstofniveaus, wat aanleiding geeft tot verschillende ecologische niches en gemeenschappen van organismen.